Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Plan van aanpak
9.Vrijwaring en exoneratie
Betaling
Reclames
,dat op basis van de enkele inhoud van de jaarverslagen 1998 tot en met 2007 (achteraf) moet worden geconcludeerddat het Aegon Garantiefonds in de jaren 1998 tot en met 2007
nietheeft belegd in ECHTE obligaties?"
3.Beoordeling
zonneklaarblijkt dat in geen der jaren is belegd in obligaties,” terwijl hij anderzijds betoogt het onderzoek van [Z] nodig te hebben gehad voor zijn conclusie dat de rapporten zijn “opgesteld met een op hoofdpunten valse, althans vergaand onjuiste en daarmee misleidende inhoud op het punt van de in die rapporten geconcludeerde beleggingen door het Fonds in obligaties” (Memorie van Grieven, randnummer 93). Maar zelfs als het hof aanneemt, dat [appellant], niettegenstaande zijn mening dat de gebreken van het rapport “zonneklaar” waren, deze gebreken eerst had kunnen ontdekken na raadpleging van een deskundige dan valt niet in te zien, waarom hij heeft gewacht tot 10 mei 2012 met het kenbaar maken van zijn bezwaren tegen het rapport. Daarbij zijn de volgende data van belang:
4.Beslissing
van 17 februari 2015voor het nemen van aktes zoals beschreven onder 3.13;