In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige en de vaststelling van een omgangsregeling. De man, appellant, heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen eerdere beschikkingen van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De moeder, geïntimeerde, heeft het ouderlijk gezag over de minderjarige, die in 2008 is geboren uit de relatie tussen de man en de moeder. De man verzocht om vervangende toestemming voor erkenning van de minderjarige en om een omgangsregeling. De rechtbank had eerder zijn verzoeken afgewezen, onder andere op basis van de belangen van de moeder en de minderjarige.
Het hof heeft vastgesteld dat de man geen grieven heeft gericht tegen de eerdere beschikkingen van de rechtbank, waardoor hij in dat opzicht niet-ontvankelijk is. Het hof heeft echter geoordeeld dat de man wel recht heeft op vervangende toestemming tot erkenning van de minderjarige, omdat de belangen van de man en de minderjarige bij erkenning zwaarder wegen dan de belangen van de moeder bij niet-erkenning. Het hof heeft daarbij overwogen dat de moeder emotionele weerstand heeft tegen de erkenning, maar dat dit op zichzelf onvoldoende is om de toestemming te weigeren, vooral omdat de moeder inmiddels hulpverlening ontvangt en haar situatie is verbeterd.
Wat betreft de omgangsregeling heeft het hof geoordeeld dat er onvoldoende informatie is om een beslissing te nemen. De man heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om contact met de minderjarige te krijgen, maar het hof achtte het noodzakelijk dat de hulpverlening verder gestalte krijgt voordat een omgangsregeling kan worden vastgesteld. Het hof heeft de beslissing over de omgangsregeling en de informatieregeling aangehouden, met het verzoek aan partijen om het hof te informeren over de voortgang van de hulpverlening. De uitspraak van het hof is een belangrijke stap in de erkenning van de familierechtelijke relatie tussen de man en de minderjarige, en benadrukt het belang van de emotionele en psychologische ontwikkeling van het kind.