Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Nadere feiten
de vrouwis het volgende gebleken.
de manis het volgende gebleken.
3.Het geschil in hoger beroep
4.Verdere beoordeling van het hoger beroep
(...) U hebt een aanvraag voor de kinderopvangtoeslag over 2009. Volgens onze gegevens is er nog een aanvraag gedaan voor kinderopvangtoeslag voor de opvang van uw kinderen. (...)". De Belastingdienst heeft in een brief van 13 april 2010 in verband met "
Voorschot kinderopvangtoeslag 2009" aan de man gemeld: "
(...) Maar als het bedrag van uw toeslag verlaagd is, dan moet u het te veel uitbetaalde bedrag zelf aan ons terugbetalen. U moet daarvoor met uw ex partner regelen dat zij het te veel ontvangen bedrag aan u betaalt. (...)". Over de inhoud van deze brieven heeft de vrouw zich niet uitgelaten. Wel heeft zij betoogd dat zij in 2009 geen kinderopvangtoeslag heeft ontvangen. Daar komt volgens haar bij dat zij in 2009 zelf de kosten van kinderopvang van [de minderjarige] heeft voldaan. Zij heeft echter nagelaten haar standpunt voldoende te onderbouwen, terwijl dat wel op haar weg had gelegen nu het hof haar in de gelegenheid heeft gesteld zich over de kinderopvangtoeslag uit te laten. Het hof acht het gelet op bovenvermelde brieven van de Belastingdienst aannemelijk dat de vrouw kinderopvangtoeslag over 2009 heeft aangevraagd en dat haar aanvraag is gehonoreerd. Over het bedrag waarop zij recht had, heeft de vrouw zich evenmin uitgelaten, zodat het ervoor zal worden gehouden dat dit ten minste hetzelfde bedrag is als de man heeft moeten terugbetalen aan ontvangen kinderopvangtoeslag 2009. Het bedrag van € 3.981,- dient dan ook volledig door de vrouw te worden vergoed aan de man.