ECLI:NL:GHAMS:2016:104

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 januari 2016
Publicatiedatum
21 januari 2016
Zaaknummer
200.158.363/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijds cassatie in civiele zaak tussen meerdere besloten vennootschappen

In deze civiele zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, hebben de appellanten, bestaande uit de besloten vennootschappen WEAVER B.V., PARNASSUS PARTICIPATIEFONDS B.V. en VENDIA GROUP B.V., hoger beroep ingesteld tegen de geïntimeerden, waaronder ALSTONVILLE PROPERTIES B.V. en TROPICAL INDUSTRIAL INVESTMENTS LIMITED. De zaak betreft een tussentijds cassatieverzoek naar aanleiding van een eerder tussenarrest van het hof op 10 november 2015, waarin het hof het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 augustus 2014 heeft bekrachtigd en de zaak heeft terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling. De appellanten hebben in hun verzoek aan het hof aangegeven dat zij, voor zover nodig, cassatieberoep willen instellen tegen het arrest van 10 november 2015.

De advocaat van de appellanten, mr. B.E.J.L.C. Verbunt, heeft op 23 december 2015 het verzoek ingediend, terwijl de advocaat van de geïntimeerden, mr. R.J. van Agteren, op 6 januari 2016 heeft aangegeven dat zijn cliënten zich refereren aan het oordeel van het hof. Het hof heeft de argumenten van de appellanten en de referte van de geïntimeerden in overweging genomen en heeft besloten het verzoek van de appellanten toe te wijzen.

In de beslissing heeft het hof bepaald dat er tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld tegen het arrest van 10 november 2015. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 19 januari 2016 door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.158.363/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : 498670 / HA ZA 11-2434
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 januari 2016
inzake

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WEAVER B.V.,
gevestigd te Naarden,
2.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARNASSUS PARTICIPATIEFONDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VENDIA GROUP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4.
[APPELLANT SUB 4],
wonende te [woonplaats],
5.
[APPELLANT SUB 5],
wonende te [woonplaats],
appellanten,
advocaat: mr. B.E.J.L.C. Verbunt te Amsterdam
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ALSTONVILLE PROPERTIES B.V.,gevestigd te Amsterdam,
2.
de vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden
TROPICAL INDUSTRIAL INVESTMENTS LIMITED,
gevestigd te Tortola, Britse Maagdeneilanden,
geïntimeerden,
advocaat: mr. R.J. van Agteren te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna wederom respectievelijk Weaver, PPF, Vendia, [appellant sub 4], [appellant sub 5], Alstonville en Tropical genoemd. Appellanten gezamenlijk zullen Weaver c.s. worden genoemd.
In deze zaak heeft het hof op 10 november 2015 een tussenarrest gewezen waarbij het hof het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 augustus 2014 heeft bekrachtigd en de zaak heeft terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor voortprocederen.
Bij brief van hun advocaat mr. B.E.J.L.C. Verbunt van 23 december 2015 heeft Weaver c.s. het hof verzocht - voor zover dat is vereist - te bepalen dat tegen het arrest van 10 november 2015 onmiddellijk cassatieberoep kan worden ingesteld.
Bij brief van hun advocaat mr. R.J. van Agteren van 6 januari 2016 hebben Alstonville en Tropical het hof bericht dat zij zich wat betreft het verzoek van Alstonville c.s. refereren aan het oordeel van het hof.

2.Beoordeling

Het hof vindt in hetgeen door Weaver c.s. is aangevoerd, mede gelet op de referte van Alstonville en Tropical, voldoende aanleiding om het verzoek toe te wijzen.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat tegen het in deze zaak gewezen arrest van 10 november 2015 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.P. van Achterberg, W.A.H. Melissen en J.F. Aalders en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2016.