ECLI:NL:GHAMS:2016:1481
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.W. Groenendijk
- J.A.M. de Wit
- P.F.E. Geerlings
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van winkeldiefstal door verdachte en medeverdachten
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1999, was beschuldigd van winkeldiefstal op 16 juni 2015, samen met haar zus en een vriendin. De tenlastelegging betrof het wegnemen van t-shirts uit een winkel aan de Nieuwendijk in Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep op 28 januari 2016 heeft de raadsvrouw van de verdachte betoogd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte betrokken was bij de diefstal. De verdediging stelde dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de diefstal of dat zij actief heeft deelgenomen aan de diefstal.
Het hof heeft de verklaringen van de betrokkenen en de beschikbare bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen. Aangeefster had gezien dat de meisjes de paskamer ingingen met kleding uit de winkel, maar er was geen sluitend bewijs dat de verdachte zelf iets had gestolen. De zus van de verdachte heeft verklaard dat zij de t-shirts in haar tas heeft gestopt zonder medeweten van de verdachte en hun vriendin. Het hof concludeert dat het niet buiten redelijke twijfel kan vaststellen wat er precies in de paskamer is gebeurd. Daarom oordeelt het hof dat de verdachte niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat zij het ten laste gelegde heeft begaan, en spreekt haar vrij.
Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf ingediend, maar deze is afgewezen omdat de verdachte is vrijgesproken van de nieuwe beschuldiging. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van de tenlastelegging.