ECLI:NL:GHAMS:2016:1878

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2016
Publicatiedatum
13 mei 2016
Zaaknummer
23-000417-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdzaak wegens overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 21 januari 2016 was gewezen. De zaak betreft een jeugdige verdachte, geboren in 1997, die werd beschuldigd van het zich zonder redelijk doel ophouden in of bij een portiek of poort in Amsterdam op 3 februari 2015. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken. Het hof heeft het proces-verbaal van overtreding en de bijlagen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de bewijsvoering onvoldoende was om de verdachte wettig en overtuigend te kunnen veroordelen. Het hof heeft daarom het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. M.R. Cox niet in staat was het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak is openbaar gedaan op de terechtzitting van 28 april 2016.

Uitspraak

parketnummer: 23-000417-16
datum uitspraak: 28 april 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2016 in de strafzaak onder parketnummer 96‑174094-15 tegen
[verdachte],
geboren te Amsterdam op [geboortedag] 1997,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 28 april 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 februari 2015 te Amsterdam zonder redelijk doel zich in of bij een portiek of een poort heeft opgehouden of op of tegen een raamkozijn en/of een drempel van een gebouw heeft gezeten en/of gelegen, immers heeft hij op de Dintelstraat in of bij een portiek gezeten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is de inhoud van het proces-verbaal van overtreding met de daarbij gevoegde bijlagen onvoldoende om een bewezenverklaring van het ten laste gelegde te dragen, zodat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd. Het hof zal de verdachte hiervan dan ook vrijspreken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. J.A.M. de Wit en mr. M.R. Cox, in tegenwoordigheid van mr. S. Ourahma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 april 2016.
Mr. M.R. Cox is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.