ECLI:NL:GHAMS:2016:1993
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.J. Driessen - Poortvliet
- C.G. Kleene-Eijk
- H.A. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vergoedingsrechten en pensioenverevening na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de vergoedingsrechten en de pensioenverevening na de echtscheiding van partijen aan de orde zijn. Partijen, die in 2003 huwelijkse voorwaarden hebben gesloten, zijn op 20 oktober 2014 gescheiden. De rechtbank had in eerste aanleg bepaald dat [geïntimeerde] recht had op een nominaal vergoedingsrecht van € 43.500,- in verband met zijn investering in de gezamenlijke woning in Haarlem. [appellant] verzoekt in hoger beroep om te bepalen dat partijen afstand hebben gedaan van pensioenverevening en dat de bestreden beschikking vernietigd wordt. [geïntimeerde] heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt om de hoogte van het vergoedingsrecht te verhogen en de wijze van verdeling van de woning in Portugal te herzien.
Tijdens de zitting van het hof is gebleken dat [appellant] niet in staat is om [geïntimeerde] uit te kopen uit de woning in Portugal, wat leidt tot de conclusie dat deze woning verkocht moet worden. Het hof oordeelt dat [geïntimeerde] recht heeft op een vergoeding van € 50.000,- uit de verkoopopbrengst van de woning in Portugal, en dat het resterende saldo bij helfte tussen partijen verdeeld moet worden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de huwelijkse voorwaarden geen pensioenverevening uitsluiten, en het hof bevestigt deze beslissing. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en de nieuwe beslissing wordt in lijn met de bevindingen van het hof geformuleerd.