ECLI:NL:GHAMS:2016:2418

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 mei 2016
Publicatiedatum
24 juni 2016
Zaaknummer
23-000828-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de kantonrechter inzake opgeven valse naam aan opsporingsambtenaar

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep op 19 mei 2016, naar aanleiding van een vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De zaak betreft een verdachte die op 4 februari 2015 in Amsterdam, tijdens een controle door een opsporingsambtenaar, valse identificerende persoonsgegevens heeft opgegeven. De verdachte werd eerder door de kantonrechter veroordeeld tot een geldboete van € 115,- of 2 dagen jeugddetentie. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een lagere straf gevorderd van € 75,- of 1 dag jeugddetentie. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd. Het hof oordeelt dat de verdachte strafbaar is en legt een geldboete van € 75,- en 1 dag jeugddetentie op. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, evenals de draagkracht van de verdachte. Het hof concludeert dat het opgeven van valse identiteitsgegevens het werk van gezagsdragers heeft gefrustreerd en dat de verdachte heeft geprobeerd aansprakelijkheid te ontlopen. De wettelijke voorschriften die van toepassing zijn, zijn de artikelen 63, 77a, 77g, 77l en 435 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

parketnummer: 23-000828-16
datum uitspraak: 19 mei 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam van 11 februari 2016 in de strafzaak onder parketnummer 96‑169186-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 19 mei 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 4 februari 2015 in de gemeente Amsterdam toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit, dan wel in de rechtmatige uitoefening van zijn of haar bediening, naar zijn identificerende persoonsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar (een) andere dan zijn werkelijke voornaam, achternaam, geboortedatum en woonadres, het adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats, heeft opgegeven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 4 februari 2015 in de gemeente Amsterdam toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit, dan wel in de rechtmatige uitoefening van zijn of haar bediening, naar zijn identificerende persoonsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar een andere dan zijn werkelijke voornaam, achternaam, geboortedatum en woonadres heeft opgegeven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum en woonadres opgeven.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De kantonrechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 115,-, subsidiair 2 dagen jeugddetentie.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 75,-, subsidiair 1 dag jeugddetentie.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Door aan de politie valse identiteits- en adresgegevens op te geven heeft de verdachte het werk van gezagsdragers gefrustreerd en getracht aansprakelijkheid voor zijn handelen te ontlopen.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63, 77a, 77g, 77l en 435 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 75,- (vijfenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag jeugddetentie.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.A.M. de Wit, mr. P.F.E. Geerlings en mr. M.L. Leenaers, in tegenwoordigheid van mr. S. Ourahma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 mei 2016.
Mr. J.A.M. de Wit en mr. P.F.E. Geerlings zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.