ECLI:NL:GHAMS:2016:3163

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 juli 2016
Publicatiedatum
3 augustus 2016
Zaaknummer
001133-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift ongegrond verklaard wegens onvoldoende motivatie en inspanning bij uitvoering werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 juli 2016 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde, die zich niet aan de opgelegde werkstraf heeft gehouden. De veroordeelde, geboren in 1994, had een taakstraf van 60 uren opgelegd gekregen, maar heeft herhaaldelijk niet voldaan aan de werkafspraken die met de reclassering waren gemaakt. Ondanks meerdere uitnodigingen voor intakegesprekken, verscheen hij niet of te laat, en ook tijdens de uitvoering van de werkstraf was hij afwezig zonder bericht. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde te veel kansen heeft laten liggen en onvoldoende heeft gecommuniceerd met de reclassering. De veroordeelde had moeten begrijpen dat zijn gedrag consequenties zou hebben, vooral gezien eerdere voorwaardelijke straffen die hem waren opgelegd. Het hof oordeelde dat de veroordeelde onvoldoende gemotiveerd was om de werkstraf uit te voeren en verklaarde het bezwaarschrift ongegrond. Dit betekent dat hij de vervangende hechtenis zal moeten ondergaan, in plaats van de kans te krijgen de taakstraf alsnog uit te voeren.

Uitspraak

rekestnummer: 001133-16
parketnummer: 23-003688-14
Beslissing op het bezwaarschrift op de voet van artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] [geboortedag] 1994,
adres: [adres]

Procesverloop

Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak onder voormeld parketnummer, waaronder een brief van 3 juni 2016 van de directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau aan de advocaat-generaal.
Voorts heeft het hof kennis genomen van het bezwaarschrift ex art. 22g Sr van de raadsman van de veroordeelde.
Op 18 juli 2016 heeft het hof de advocaat-generaal, de veroordeelde en de raadsman van de veroordeelde ter terechtzitting gehoord. De advocaat-generaal heeft op die zitting geconcludeerd tot gegrondverklaring van het bezwaarschrift, met dien verstande dat het aantal uren taakstraf dat nog verricht moet worden wordt gesteld op 60 uren.

Inhoud van de stukken

Uit een rapportage van de reclassering van 2 juni 2016 volgt dat de veroordeelde op 24 november 2015 en op 15 december 2015 niet is verschenen op een intakegesprek. Nadat hij te laat is gekomen op een intakegesprek op 18 januari 2016, vindt uiteindelijk een intakegesprek plaats op 24 februari 2016. Tijdens dit gesprek worden werkafspraken gemaakt, waarmee de veroordeelde akkoord is gegaan.
Op een kennismakingsgesprek op 28 april 2016 wordt afgesproken dat de veroordeelde vanaf 7 mei 2016 elke zaterdag zal gaan werken en na drie weken ook op de maandag en dinsdag zal gaan werken.
De eerste zaterdag, 7 mei 2016, is de veroordeelde evenwel niet op het project verschenen. De reclassering kan hem vervolgens telefonisch niet bereiken en stuurt hem een sms-bericht. De tweede zaterdag, 14 mei 2016, is de veroordeelde na een uur vertrokken met hoofdpijnklachten. Opnieuw heeft de reclassering de veroordeelde duidelijk gemaakt dat hij in het vervolg alle werkafspraken dient na te komen. Maandag 23 mei 2016 verschijnt de veroordeelde zonder bericht opnieuw niet op het werkstrafproject.
Ook op het stopzettingsgesprek op 1 juni 2016 is de veroordeelde niet verschenen.

Beoordeling van het bezwaarschrift

Naar het oordeel van het hof heeft de veroordeelde te veel van de geboden kansen laten liggen. Ook als het hof er vanuit gaat dat hij de eerste uitnodigingsbrieven niet heeft gekregen omdat hij geen woon- of verblijfplaats had, dan nog heeft hij zich te vaak niet aan de werkafspraken gehouden die zijn gemaakt toen er eenmaal een gesprek met hem had plaatsgevonden. Het gaat er daarbij ook om dat hij slecht met reclassering heeft gecommuniceerd. Als hij, zoals hij bij de behandeling van het bezwaarschrift heeft verklaard, op een maandag echt verhinderd was door een examendag op zijn stage, dan had het op zijn weg gelegen om de reclassering en het werkproject tijdig daarvan op de hoogte te brengen. Dit kon blijkbaar makkelijk via SMS of Whatsapp. Onaangekondigd en zonder toestemming niet komen opdagen is hoe dan ook ontoelaatbaar bij een werkstraf. Hetzelfde geldt voor het op 14 mei 2016 na een uur vertrekken met hoofdpijnklachten. Dit had eenvoudigweg voorkomen kunnen worden door in de voorafgaande nacht voldoende nachtrust te nemen in plaats van uit te gaan.
Daar komt bij dat blijkens een uittreksel uit de justitiële documentatie (het strafblad) eerder al straffen die voorwaardelijk aan de veroordeelde waren opgelegd, toch ten uitvoer zijn gelegd. De veroordeelde was dus een gewaarschuwd man. Hij wist dat het consequenties heeft als hij zich niet houdt aan de regels die hem in het kader van het strafrecht worden opgelegd. Dit maakt het bovendien nog kwalijker dat hij zich ook dit keer niet aan die regels en afspraken heeft gehouden.
Het hof komt dan ook tot de conclusie dat de veroordeelde onvoldoende gemotiveerd is geweest en zich onvoldoende heeft ingespannen om de opgelegde werkstraf uit te voeren. Dit kan hij alleen zichzelf verwijten. Het hof zal daarom het bezwaarschrift ongegrond verklaren. Dit betekent dat de veroordeelde niet de kans krijgt de taakstraf alsnog uit te voeren, maar dat hij de vervangende hechtenis zal moeten ondergaan.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het bezwaarschrift ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. P. Greve, mr. A.M. van Amsterdam en mr. P.F.E. Geerlings, in bijzijn van de griffier mr. M.E. Olthof, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 18 juli 2016.