Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2. Feiten
2.8. Naar aanleiding van hetgeen door de politie is aangetroffen heeft WoonopMaat [X] en [geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld de huurovereenkomst op te zeggen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Stichting WoonopMaat en [geïntimeerde]. De zaak betreft de aanwezigheid van een hennepkwekerij in de huurwoning van [geïntimeerde] en haar echtgenoot [X]. WoonopMaat had de huurovereenkomst ontbonden en ontruiming gevorderd, omdat [geïntimeerde] tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. De kantonrechter had de vorderingen van WoonopMaat tegen [X] toegewezen, maar die tegen [geïntimeerde] afgewezen, omdat zij niet voldoende betrokken was bij de hennepkwekerij.
Het hof oordeelde echter anders. Het stelde vast dat [geïntimeerde] als medehuurster verantwoordelijk was voor het toezicht op het gebruik van de woning, ook al was zij tijdelijk afwezig. De aanwezigheid van de hennepkwekerij werd gekwalificeerd als een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. Het hof oordeelde dat de tekortkoming van [geïntimeerde] de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde, ondanks haar argumenten over de omstandigheden waaronder de hennepkwekerij was opgezet.
Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en ontbond de huurovereenkomst, waarbij [geïntimeerde] werd veroordeeld tot ontruiming van de woning voor 15 september 2016. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van de huurtermijnen tot de ontruiming en de proceskosten van beide instanties.