ECLI:NL:GHAMS:2016:3701
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens niet voldoen aan ambtelijk bevel in Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Togo in 1961, was aangeklaagd voor het opzettelijk niet voldoen aan een ambtelijk bevel van de burgemeester van Amsterdam. Dit bevel hield in dat de verdachte zich gedurende drie maanden niet in een specifiek gebied, aangeduid als het dealeroverlastgebied Amsterdam 1.2, mocht bevinden. De tenlastelegging betrof een incident op 5 maart 2014, waarbij de verdachte zich in dit gebied bevond en werd aangehouden. Tijdens zijn verhoor verklaarde de verdachte niet op de hoogte te zijn van het bevel.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van het gebiedsverbod. De burgemeester had het bevel gegeven, maar uit het dossier bleek niet dat de verdachte op de hoogte was gesteld van dit verbod. Het hof oordeelde dat de wetenschap van het verbod niet kon worden aangenomen, omdat er geen bewijs was dat de brief met het bevel naar het door de verdachte opgegeven adres was gestuurd. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de verdachte opzettelijk niet aan het bevel had voldaan.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week met een proeftijd van twee jaren. Echter, gezien de omstandigheden en het gebrek aan bewijs, heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 6 september 2016.