ECLI:NL:GHAMS:2016:4342
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en vrijspraak in hoger beroep wegens overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening van Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Libanon en thans zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van middelen ten behoeve van harddrugsgebruik op 8 juli 2014 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat dit vonnis slechts een aantekening bevatte en niet voldeed aan de vereisten van artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte openlijk hulpmiddelen voor harddrugsgebruik voorhanden had, maar heeft ook geoordeeld dat de overige tenlasteleggingen niet bewezen konden worden. De verdachte is vrijgesproken van deze overige beschuldigingen.
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde is niet uitgesloten, maar het hof heeft besloten om geen straf of maatregel op te leggen. Dit besluit is genomen na afweging van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte en de impact van harddrugsgebruik op de openbare orde. Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat, gezien de omstandigheden, het raadzaam is om geen straf op te leggen, in lijn met de vordering van de advocaat-generaal.