ECLI:NL:GHAMS:2016:4380
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- M. Iedema
- J.H. Wesselink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis met vluchtgevaar en ernstige bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 november 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is en momenteel verblijft in het huis van bewaring Almere Binnen. De verdachte is geboren in de Verenigde Staten in 1969. Het hof heeft kennisgenomen van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 17 oktober 2016, waarin een bevel tot gevangenhouding is gegeven. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.D. Rijnsburger, gehoord.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd, voor zover deze aan het oordeel van het hof is onderworpen. Er zijn ernstige bezwaren tegen de verdachte met betrekking tot de feiten die in de vordering tot inbewaringstelling zijn vermeld. De stelling van de verdachte dat hij geen criminele intenties heeft, is vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt. Het hof heeft ook geconstateerd dat de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en dat hij aangeeft te resideren in Colombia en een verblijfadres in New York te hebben. Dit leidt het hof tot de conclusie dat er vluchtgevaar bestaat, omdat er redenen zijn om te vrezen dat de verdachte zich aan berechting in Nederland zal onttrekken.
Het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen. Het hof is van oordeel dat het vluchtgevaar niet kan worden ingeperkt door het stellen van schorsingsvoorwaarden en dat de voorlopige hechtenis noodzakelijk is voor de waarheidsvinding. De duur van de voorlopige hechtenis wordt niet beperkt, omdat niet duidelijk is hoe lang het onderzoek nog zal duren. De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.