Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant] ,
FLAMINGO V.O.F.,
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door appellanten, waaronder Flamingo V.O.F., tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland. De voorzieningenrechter had op 23 maart 2016 de vorderingen van appellanten tot opheffing van conservatoire beslagen afgewezen. De conservatoire beslagen waren gelegd door de geïntimeerden ter verzekering van hun vorderingen op appellanten, die voortvloeien uit een bodemprocedure over de verdeling van een ontbonden huwelijkse gemeenschap en een maatschap. Appellanten betogen dat de vorderingen van geïntimeerden ondeugdelijk zijn en dat de beslagen onnodig zijn, wat hen onevenredig zwaar schaadt. Het hof overweegt dat er summierlijk is gebleken van de vorderingen van geïntimeerden, en dat de belangen van geïntimeerden bij handhaving van de beslagen zwaarder wegen dan de financiële problemen van appellanten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt appellanten in de kosten van het geding in hoger beroep.