ECLI:NL:GHAMS:2016:5191

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 december 2016
Publicatiedatum
8 december 2016
Zaaknummer
23-000474-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor heling van een gestolen kentekenplaat na hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van heling van een gestolen kentekenplaat, die hij op of omstreeks 7 september 2015 zou hebben verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen. De politierechter had eerder op 4 februari 2016 een vonnis gewezen, maar het hof kwam tot een andere beslissing.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 november 2016 heeft de verdachte verklaard dat hij op de betreffende datum een motorscooter zonder kentekenplaat had verkocht aan getuige Op den Kelder. De verdachte had de scooter in een busje vervoerd en deze aan Op den Kelder overgedragen zonder dat er een kentekenplaat op zat. Na de overdracht vond er een verkeersongeval plaats waarbij de gestolen kentekenplaat op de scooter werd aangetroffen. Het hof oordeelde dat het alternatieve scenario van de verdachte niet als onaannemelijk kon worden terzijde geschoven.

Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor heling van de kentekenplaat. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Daarnaast werd de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie afgewezen, omdat de verdachte van het ten laste gelegde werd vrijgesproken. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij.

Uitspraak

parketnummer: 23-000474-16
datum uitspraak: 8 december 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 4 februari 2016 in de strafzaak onder parketnummers 15-237223-15 en 15/753016-13 (tul) tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 november 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 september 2015 te Hoorn, althans in Nederland, een kentekenplaat (voorzien van kenteken [kenteken]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die kentekenplaat wist, redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld ter zake van de subsidiair ten laste gelegde schuldheling en tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg is opgelegd, te weten een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een week met aftrek van voorarrest.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het volgende verklaard.
Op 7 september 2015 heeft de verdachte de motorscooter van het merk Piaggio zonder kentekenplaat verkocht en overgedragen aan de getuige Op den Kelder, die in gezelschap was van de getuige [getuige]. De verdachte had de scooter in een busje vervoerd en heeft kort voor aankomst de scooter uit de bus gehaald en deze naar Op den Kelder gereden.
Gelet op de overige inhoud van het dossier kan dit alternatieve scenario niet als onaannemelijk terzijde worden geschoven.
Op den Kelder heeft bij de politie eveneens verklaard dat op het moment van de overdracht geen kentekenplaat op de motorscooter was aangebracht. Ongeveer een uur na de overdracht van de scooter hadden Op den Kelder en [getuige] hiermee een verkeersongeval. De politie heeft toen de in de tenlastelegging bedoelde gestolen kentekenplaat op de scooter aangetroffen. In de tussentijd waren Op den Kelder en [getuige] naar de woning van die [getuige] en daarna naar vrienden in Hoorn gegaan om de scooter te laten zien. Niet valt uit te sluiten dat de gestolen kentekenplaat in die tussentijd op de scooter is bevestigd.
Gelet op het voorgaande kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte de kentekenplaat voorhanden heeft gehad en zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de kentekenplaat, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Alkmaar van 17 september 2013 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Alkmaar van 13 september 2013 onder parketnummer 15-753016-13 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. M.J.A. Duker en mr. S. Bek, in tegenwoordigheid van mr. M.A.T. van Willigen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 december 2016.
Mr. Duker is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.