Uitspraak
[verdachte],
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
vermoedelijk hennep’ en rook hij een geur die hij herkende als hennepgeur.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem. De verdachte, geboren op Curaçao in 1986, was in eerste aanleg veroordeeld voor het telen en vervoeren van hennep. De tenlastelegging betrof het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 2000 gram hennep op 16 december 2015 te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, dat op 8 maart 2016 was uitgesproken.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 november 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de politie de auto van de verdachte had doorzocht na het geven van een stopteken. In de auto werd een tas aangetroffen met vermoedelijk hennep, maar de verdachte ontkende enige kennis te hebben van de tas of de inhoud ervan. De verklaringen van de inzittenden waren tegenstrijdig en er was onvoldoende bewijs dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de hennep.
Het hof oordeelde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij op de hoogte was van de hennep in de tas. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.