Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep op 9 december 2016, naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2016. De verdachte, geboren in 1989, werd beschuldigd van mishandeling van zijn levensgezel op 3 april 2016 te Amsterdam. Tijdens de zitting op 25 november 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. De tenlastelegging omvatte het slaan en stompen van de levensgezel in het gezicht en hoofd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft het eerdere vonnis vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring kwam. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.
Het hof oordeelde dat de mishandeling strafbaar was en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en vervangende hechtenis van 20 dagen. In hoger beroep heeft het hof de straf opnieuw beoordeeld, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was gepleegd. Het hof heeft ook gekeken naar het strafblad van de verdachte en een reclasseringsrapport. De verdachte had eerder een soortgelijk delict gepleegd, maar het hof concludeerde dat er geen sprake was van een delict patroon.
De mishandeling vond plaats in de woning van de levensgezel, wat de situatie extra ernstig maakte. Het hof heeft de taakstraf van 40 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de taakstraf. Het arrest is uitgesproken op de openbare zitting van 9 december 2016.