In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Suriname in 1965 en thans gedetineerd in PI Haaglanden, was beschuldigd van wederrechtelijk binnendringen in een besloten lokaal, specifiek in een Albert Heijn supermarkt te Amsterdam, op 31 januari 2016. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep dat er geen straf of maatregel zou worden opgelegd.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 6 oktober 2016 heeft de raadsvrouw van de verdachte vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte na het opleggen van een winkelverbod de winkel niet had verlaten. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte na het uitreiken van het winkelverbod door een medewerker van Albert Heijn de winkel heeft verlaten, maar later weer is teruggekeerd. Dit leidde het hof tot de conclusie dat de verdachte wederrechtelijk het besloten lokaal is binnengedrongen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het bewezen verklaarde als strafbaar gekwalificeerd, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen. Het hof overwoog dat de verdachte eerder was veroordeeld en dat het onwenselijk zou zijn om hem opnieuw met een strafrechtelijke sanctie te confronteren, gezien zijn lopende ISD-traject. De beslissing van het hof is genomen met inachtneming van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan.