ECLI:NL:GHAMS:2016:5625
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.C. Römer
- M.M. van der Nat
- T. de Bont
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf in het kader van een ISD-maatregel
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, die eerder was opgelegd in een andere strafzaak. De verdachte, geboren in 1960 en thans gedetineerd in PI Flevoland, had een ISD-maatregel opgelegd gekregen, wat van invloed was op de beslissing van het hof. Tijdens de zitting op 14 oktober 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw gehoord. De raadsvrouw pleitte voor afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging, met het argument dat de verdachte gemotiveerd is om een schone start te maken na de ISD-maatregel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de ISD-maatregel ondergaat, die is opgelegd bij een eerder vonnis van de meervoudige strafkamer. Het hof oordeelde dat de feiten waarvoor de vordering tot tenuitvoerlegging was ingediend, gepleegd zijn voordat de ISD-maatregel werd opgelegd. Dit leidde tot de beslissing om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep voor het overige, maar vernietigde het deel dat betrekking had op de vordering tot tenuitvoerlegging. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters P.C. Römer, M.M. van der Nat en T. de Bont.