ECLI:NL:GHAMS:2016:5672

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 november 2016
Publicatiedatum
29 december 2016
Zaaknummer
23-000321-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging en aanvulling bewijsmiddel in hoger beroep tegen vonnis politierechter

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 14 januari 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1995, was in hoger beroep gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 18 oktober 2016 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van 14 dagen en een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, heeft geëist. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar met een wijziging in de gebezigde bewijsmiddelen. Bewijsmiddel VI, dat een ontkennende verklaring van de verdachte betrof, is komen te vervallen. Daarnaast heeft het hof bewijsmiddel II aangevuld met een verklaring over camerabeelden die door medewerkers waren opgeslagen op een USB-stick. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 november 2016, waarbij mr. A.P.M. van Rijn niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-000321-16
Datum uitspraak: 1 november 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 14 januari 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-810386-15 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
18 oktober 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek
van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen en een taakstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof dat het hof een wijziging aanbrengt in de gebezigde bewijsmiddelen, inhoudende dat bewijsmiddel VI komt te vervallen, nu dit een ontkennende verklaring van de verdachte betreft. Voorts vult het hof bewijsmiddel II aan met de volgende zinsnede.
- Er werden door de medewerkers camerabeelden opgeslagen op een USB stick afgegeven. Ik keek naar de beelden en zag het volgende.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. P.F.E. Geerlings en mr. G.M. Boekhoudt, in tegenwoordigheid
van A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 november 2016.
Mr. A.P.M. van Rijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.