In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor bedreiging, winkeldiefstal en vernieling. Het hof heeft de zaak onderzocht naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld. De tenlastelegging omvatte onder andere de vernieling van een ruit, winkeldiefstal van een fles wijn en bedreiging van een financieel adviseur bij ABN Amrobank.
De verdachte werd vrijgesproken van de bedreiging, omdat de bedreigende woorden enkel door de aangeefster waren gehoord en er geen ondersteunend bewijs was. De verklaringen van getuigen waren niet voldoende om de bedreiging te bewijzen. Het hof oordeelde dat de verdachte wel schuldig was aan de winkeldiefstal, aangezien de verklaring van de winkelsurveillant werd ondersteund door camerabeelden. De verdachte had een fles wijn weggenomen zonder deze af te rekenen.
Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van de bedreiging, maar bevestigde de veroordeling voor de winkeldiefstal en vernieling. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 57, 63, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.