ECLI:NL:GHAMS:2016:986
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van medewerking aan ademanalyse en de vereisten voor bewijsvoering
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de weigering van de verdachte om mee te werken aan een ademanalyse, wat leidde tot vervolging voor het niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het niet meewerken aan een alcoholonderzoek, waarbij de verdediging aanvoerde dat het bewijs voor deze weigering niet kon worden geleverd omdat er geen ademanalyseticket in het dossier aanwezig was. De raadsvrouw betoogde dat de observaties van de verbalisant niet klopten en dat de procedure niet correct was gevolgd. Het hof heeft echter geoordeeld dat het proces-verbaal van de verbalisant in de wettelijke vorm was opgemaakt en dat de weigering om mee te werken aan het onderzoek voldoende was bewezen. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, met de aanvulling dat de gronden van het vonnis zijn uitgebreid met een bespreking van het verweer van de verdediging. Het hof concludeerde dat de eisen van artikel 10 van het Besluit alcoholonderzoeken niet van toepassing waren in deze zaak, omdat de verdachte niet werd vervolgd voor rijden onder invloed, maar voor de weigering om mee te werken aan het onderzoek. De beslissing van het hof was dat het vonnis waarvan beroep werd bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn uiteengezet.