ECLI:NL:GHAMS:2017:1290
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- M. Leenaers
- A. Röttgering
- J. Dalebout
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding en vergoeding kosten gewezen verdachte in verband met verrekening geldboeten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot schadevergoeding, ingediend door de nabestaanden van een overleden verzoeker. Het verzoek was gericht op het verkrijgen van een schadevergoeding van € 105,-- ten laste van de Staat, als gevolg van schade die de verzoeker zou hebben geleden in een strafzaak. De rechtbank had eerder het verzoek toegewezen, maar het hof moest beoordelen of de rechtbank terecht tot verrekening was overgegaan met openstaande geldboeten. Tijdens de behandeling in hoger beroep bleek dat de verzoeker op 17 november 2016 was overleden. De advocaat-generaal concludeerde dat de openstaande boetes niet meer geëxecuteerd zouden worden na het overlijden van de verzoeker. Het hof oordeelde dat de rechtbank niet de juiste procedure had gevolgd, aangezien de advocaat van de verzoeker niet in staat was geweest om kennis te nemen van relevante stukken die ten grondslag lagen aan de verrekening. Het hof verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de beschikking van de rechtbank en kende de gevraagde schadevergoeding toe, zonder verrekening, gezien het overlijden van de verzoeker. De beschikking werd ondertekend door de voorzitter en griffier en is uitgesproken in de openbare zitting van het hof.