ECLI:NL:GHAMS:2017:1618

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2017
Publicatiedatum
1 mei 2017
Zaaknummer
23-002763-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugwijzing Hoge Raad, vrijspraak medeplegen woninginbraak, veroordeling voor schuldheling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 april 2017 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad. De verdachte was eerder vrijgesproken van medeplegen van woninginbraak, maar werd wel veroordeeld voor schuldheling. De rechtbank Amsterdam had de verdachte op 31 juli 2013 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 99 dagen en een taakstraf van 80 uur. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na een arrest van de Hoge Raad van 5 juli 2016, waarin het hof werd opgedragen om de zaak opnieuw te berechten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet als medepleger van de inbraak kan worden aangemerkt, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij betrokken was bij de inbraak. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan schuldheling van een autosleutel die tijdens de inbraak was ontvreemd. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, rekening houdend met zijn eerdere veroordelingen en de omstandigheden van de zaak. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat de gestelde schade niet was veroorzaakt door het bewezen verklaarde handelen van de verdachte. Het hof heeft ook beslist over de teruggave van in beslag genomen voorwerpen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002763-16
datum uitspraak: 26 april 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen - na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 5 juli 2016 - op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 juli 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-660844-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
adres: [adres 1]
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Heerhugowaard, locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

Procesgang

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte bij het hierboven genoemde vonnis van 31 juli 2013 vrijgesproken van het onder 2 en 3 tenlastegelegde en voor het onder 1 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 99 dagen met aftrek alsmede een taakstraf voor de duur van 80 uur, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 40 dagen hechtenis. Daarnaast heeft de rechtbank een beslissing genomen ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij en aan de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het gerechtshof heeft de verdachte bij arrest van 23 december 2014 niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover gericht tegen de beslissing tot vrijspraak ter zake van het onder 2 en 3 tenlastegelegde, het vonnis van de rechtbank vernietigd, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, opnieuw recht gedaan en de verdachte voor het onder 1 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden met aftrek.
Daarnaast heeft het hof beslissingen genomen ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij en het beslag en aan de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer.
De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof. Dit beroep was, zoals overwogen door de Hoge Raad, kennelijk niet gericht tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte tegen de vrijspraak van het onder 2 en 3 tenlastegelegde.
De Hoge Raad heeft bij arrest van 5 juli 2016 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd voor zover aan zijn oordeel onderworpen en de zaak naar dit gerechtshof teruggewezen teneinde de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Omvang van het geding

Uit het arrest van de Hoge Raad van 5 juli 2016 vloeit voort dat het arrest van het hof van 23 december 2014 in stand blijft voor zover daarin is beslist dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in diens hoger ter zake van de beslissing van de rechtbank tot vrijspraak van het onder 2 en 3 tenlastegelegde. Dit betekent dat ook het vonnis van de rechtbank in zoverre thans niet meer aan het oordeel van het hof is onderworpen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en, na terugwijzing naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 april 2017.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis, voor zover thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen, hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman en de verdachte naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover nog aan het oordeel van het hof onderworpen, ten laste gelegd dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 08 oktober 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
- in/uit een woning ([adres 2]) heeft weggenomen een tas (Louis Vuitton) en/of een portemonnee (Louis Vuitton) en/of een tas (Chloe) en/of een tas (Ikea) een fotocamera (Olympus fe-230) en/of een of meerdere telefoon(s) (Blackberry en/of Nokia) en/of een Ipod (Apple) en/of een laptop (Macbook) en/of twee televisies (Samsung en/of Denver) en/of een jas (Woolrich) en/of een horloge (Guess) en/of een paspoort (op naam van [slachtoffer 1]) en/of een of meerdere zonnebril(len) (Dior en/of Dolce&Gabbana en/of RayBan en/of Gucci en/of Bausche en Lomb) en/of een paar sportschoenen (Nike) en/of twee kettingen en/of twee ringen (Tisento en/of Swarovski) en/of een armband en/of een sieradendoos en/of handschoenen en/of een autosleutel (Mercedes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- in/uit [café] ([adres 3]) (dat in verbinding staat met genoemde woning) 17, in elk geval een of meerdere, fles(sen) rum (Bacardi en/of Bacardi Bruin en/of Bacardi Black) en/of 15, in elk geval een of meerdere, fles(sen) whiskey (Johnson Black Label en/of Jack Daniels en/of Johnny Walker Black Label) en/of twee, in elk geval een of meerdere, fles(sen) tequila (Suaza) en/of een fles amaretto en/of een fles wodka (Smirnoff) en/of 48 blikje(s) Red Bull en/of een koelbox en/of een boormachine en/of een geldbedrag (van (ongeveer) 550 euro) en/of een geldbak (afkomstig van een gokkast) en/of een horloge (Bosch), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 2] en/of [café], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door tegen het raamkozijn van het raam van de slaapkamer van die woning ([adres 2]) te trappen en/of te schoppen en/of dat raamkozijn te forceren en/of in te klimmen in dat raam van de slaapkamer, in elk geval door middel van braak op en/of verbreking van het raamkozijn van het raam van de slaapkamer van die woning ([adres 2]) en/of inklimming in die woning;
1. subsidiair:
hij op of omstreeks 08 oktober 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een tas (Louis Vuitton) en/of een portemonnee (Louis Vuitton) en/of een tas (Chloe) en/of een tas (Ikea) een fotocamera (Olympus fe-230) en/of een of meerdere telefoon(s) (Blackberry en/of Nokia) en/of een Ipod (Apple) en/of een laptop (Macbook) en/of twee televisies (Samsung en/of Denver) en/of een jas (Woolrich) en/of een horloge (Guess) en/of een paspoort (op naam van [slachtoffer 1]) en/of een of meerdere zonnebril(len) (Dior en/of Dolce&Gabbana en/of RayBan en/of Gucci en/of Bausche en Lomb) en/of een paar sportschoenen (Nike) en/of twee kettingen en/of twee ringen (Tisento en/of Swarovski) en/of een armband en/of een sieradendoos en/of handschoenen en/of een autosleutel (Mercedes) en/of 17, in elk geval een of meerdere, fles(sen) rum (Bacardi en/of Bacardi Bruin en/of Bacardi Black) en/of 15, in elk geval een of meerdere, fles(sen) whiskey (Johnson Black Label en/of Jack Daniels en/of Johnny Walker Black Label) en/of twee, in elk geval een of meerdere, fles(sen) tequila (Suaza) en/of een fles amaretto en/of een fles wodka (Smirnoff) en/of 48 blikje(s) Red Bull en/of een koelbox en/of een boormachine en/of een geldbedrag (van (ongeveer) 550 euro) en/of een geldbak (afkomstig van een gokkast) en/of een horloge (Bosch) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, voor zover thans nog aan het oordeel van het hof onderworpen reeds omdat het hof tot een andere bewijsbeslissing komt.

Vrijspraak feit 1 primair

Op 8 oktober 2012 is tussen ongeveer 00.45 uur en 06.36 uur ingebroken in de woning van
[slachtoffer 1], adres [adres 2] in Amsterdam en in het aan die woning grenzende [café], adres: [adres 3].
Getuige [getuige] heeft gezien dat drie jongens met een Marokkaans uiterlijk de woning waar de inbraak was gepleegd via een slaapkamerraam verlieten. De verdachte is rond 6:36 uur aangetroffen in een auto (merk Toyota Yaris) met daarin drie andere jongens die door onderscheidenlijk het aantreffen van gestolen goederen in zijn kelderbox, het aantreffen van een dactyloscopisch spoor, dan wel kledingkarakteristieken in verband kunnen worden gebracht met de inbraak in deze woning. De verdachte was in het bezit van een uit de woning ontvreemde autosleutel.
Deze omstandigheden zijn onvoldoende concreet om de verdachte als medepleger van deze inbraak aan te merken. De verdachte heeft een zeer donker getinte/negroïde huidskleur en voldoet niet aan het signalement dat getuige [getuige] heeft beschreven, terwijl de drie anderen in de auto hier wel aan voldeden.
Ook overigens ontbreekt enig concreet aanknopingspunt van de directe betrokkenheid van de verdachte bij het medeplegen van het onder 1 primair tenlastegelegde, zodat hij hiervan worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring feit 1 subsidiair

De verdachte was in de ochtend van 8 oktober 2012 in het bezit van een “sleutelbos” met daaraan een Mercedes-Benz sleutel die is ontvreemd tijdens de hierboven vermelde woninginbraak.
De verdachte bewaarde de sleutel op een ongebruikelijke plaats, namelijk aan de voorzijde in zijn onderbroek.
Ter terechtzitting van het hof van 13 april 2017 heeft de verdachte gezegd dat één van de medeverdachten deze sleutel, kort nadat de auto, merk: Toyota Yaris, door de politie was stilgehouden, naar hem toe had gegooid, waarna hij deze heeft “weggezet”. Het hof leidt hieruit af dat de verdachte de sleutel wilde onttrekken aan de waarneming van de politie.
Uit deze feiten en omstandigheden leidt het hof, anders dan bepleit door de raadsman, af dat de verdachte op het moment dat hij de autosleutel voorhanden kreeg minst genomen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het hof acht dan ook het onder 1 (
impliciet meer) subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1 (impliciet meer) subsidiair:
hij op 8 oktober 2012 te Amsterdam, een autosleutel (Mercedes) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen subsidiair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het subsidiair bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het subsidiair bewezen verklaarde levert op:
schuldheling.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het subsidiair bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het onder 1 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 99 dagen met aftrek alsmede tot het verrichten van een taakstraf voor de duur van 80 uur, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 40 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde en dat hij voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde opzetheling zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf gelijk aan het door de verdachte ondergane voorarrest, te weten 99 dagen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Daarbij is in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schuldheling van een autosleutel.
Door te onachtzaam te handelen heeft hij de inbreuk op het eigendomsrecht van de eigenaar van deze autosleutel en de hierdoor ondervonden overlast doen voortduren.
Blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 31 maart 2017 is de verdachte eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake van misdrijven hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof heeft bij het bepalen van de strafmaat in het voordeel van de verdachte rekening gehouden met diens relatief jeugdige leeftijd ten tijde van het bewezenverklaarde feit en met de ouderdom van dat feit.
Het hof acht, alles afwegende, oplegging van na te noemen gevangenisstraf passend en geboden.
De ernst van het feit en de omstandigheid dat de verdachte eerder ter zake van misdrijven is veroordeeld maken dat niet kan worden volstaan met een andere, lagere straf dan een (vrijheidsbenemende) onvoorwaardelijke gevangenisstraf van onderstaande duur.
De op te leggen straf is wel lager dan de door de advocaat-generaal gevorderde straf, mede omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eis was gebaseerd.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding van naar het hof begrijpt € 8.935. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.325. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 primair ten laste gelegde handelen.
Uit de stukken blijkt niet dat de gestelde schade is veroorzaakt door het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde handelen van de verdachte. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen

Beslag

Het hof zal de teruggave aan de verdachte gelasten van in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen en zal de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten van het op de beslaglijst vermelde blikje red-bull.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet
in zoverreopnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een geldbedrag van € 53,80 (4386732)
- een Nokia zaktelefoon met batterij (4387173).
Gelast de
bewaringten behoeve van de rechthebbende van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een blikje Red Bull (4387451)
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. F.M.D. Aardema en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
26 april 2017.
Mr. Duker is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]