ECLI:NL:GHAMS:2017:1654

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2017
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
23-003175-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal van twee flessen whisky

Op 2 mei 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 19 augustus 2016 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1987, die beschuldigd werd van diefstal van twee flessen whisky bij de Gall & Gall op Schiphol. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal had in hoger beroep een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken met een proeftijd van twee jaren gevorderd.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de strafoplegging aangepast. Het hof heeft vastgesteld dat de gezondheidstoestand van de verdachte zodanig is dat een gevangenisstraf uitzonderlijk belastend voor hem zou zijn. Dit werd onderbouwd door recente medische rapporten die aangaven dat de verdachte, indien hij zijn alcoholgebruik niet weet te stoppen, een levensverwachting van minder dan drie maanden heeft. Ondanks zijn eerdere veroordelingen voor winkeldiefstal, heeft de verdachte sinds juni 2016 een blanco strafblad.

Gelet op deze omstandigheden heeft het hof besloten om de straf op te leggen in de vorm van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken, met een verkorte proeftijd van één jaar. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, zoals vastgelegd in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht, toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003175-16
datum uitspraak: 2 mei 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 19 augustus 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-121379-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 april 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de strafoplegging. Voorts zal het hof de onder “A” opgenomen verklaring van de verdachte niet gebruiken voor het bewijs en dit bewijsmiddel dus terzijde stellen. Ten aanzien van de strafoplegging overweegt het hof als volgt.

Strafoplegging

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 weken met een proeftijd van 2 jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van twee flessen whisky bij de Gall & Gall op Schiphol. Daardoor heeft hij er blijk van gegeven het eigendomsrecht van het winkelbedrijf niet te respecteren. Winkeldiefstallen zijn voorts hinderlijke, overlast gevende feiten.
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 4 april 2017 blijkt dat hij in het verleden met regelmaat onherroepelijk is veroordeeld ter zake van winkeldiefstal, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Gelet op dit alles is de straf die de politierechter heeft opgelegd in beginsel passend en geboden.
Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is echter gebleken dat de gezondheidstoestand van de verdachte zodanig is, dat een verblijf in de gevangenis uitzonderlijk belastend voor hem zal zijn. De raadsvrouw heeft dit onderbouwd met recente medische rapporten, waaruit onder andere blijkt dat de verdachte – indien hij zijn alcoholgebruik niet weet te stoppen – een levensverwachting van minder dan drie maanden heeft. Voorts heeft het hof in aanmerking genomen dat de verdachte, die blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie in het verleden met grote regelmaat is vervolgd en veroordeeld, in elk geval sinds juni 2016 een blanco strafblad heeft.
Het hof is op grond van deze omstandigheden van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Gelet op het feit dat de verdachte het afgelopen jaar niet opnieuw in aanraking is gekomen met justitie, ziet het hof aanleiding de proeftijd te beperken tot 1 jaar.
Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) weken en beveelt dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op 1 jaar bepaalde proeftijd zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.J.A. Duker en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van mr. D.E.C. Velthuis, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 mei 2017.
Mr. Dalebout en mr. Gonggrijp-van Mourik zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.