In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1977 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor diefstal en heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 23 juni 2016. De tenlastelegging betrof diefstal van meerdere fietsen op 8 juni 2016 te Amsterdam, gepleegd in vereniging met anderen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en kwam tot een andere bewezenverklaring. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van diefstal met verbreking, omdat er geen schade was toegebracht aan de fietsen of de sloten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarbij de tijd in voorarrest in mindering werd gebracht. Daarnaast werd er een beslissing genomen over het beslag, waarbij enkele voorwerpen aan de verdachte werden teruggegeven en andere voorwerpen verbeurd werden verklaard. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met de griffier aanwezig.