ECLI:NL:GHAMS:2017:1686
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie in strafvervolging wegens overlijden verdachte
Op 20 april 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 mei 2014. De zaak betreft een verdachte die op 27 augustus 2016 is overleden, wat door het hof is vastgesteld op basis van een brief van het U.S. Department of Justice en de mededeling van de raadsman tijdens de zitting. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het tot de conclusie is gekomen dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de strafvervolging van de verdachte. Dit is gebaseerd op artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, dat stelt dat het recht tot strafvordering vervalt bij overlijden van de verdachte. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het hof, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, mr. A.S. Metgod, was ook aanwezig tijdens de uitspraak. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.