ECLI:NL:GHAMS:2017:1899
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep van verdachte in straatroofzaak
Op 16 februari 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een verdachte die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een straatroof die op 31 mei 2016 in Amsterdam zou hebben plaatsgevonden. De verdachte werd beschuldigd van het met geweld afnemen van een geldbedrag van 3000 euro van een slachtoffer. Tijdens de zitting in hoger beroep op 2 februari 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.
Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. De tijdsindicatie van de melding van de straatroof en de aanhouding van de verdachte was niet zodanig dat dit een concreet aanknopingspunt bood voor de conclusie dat de verdachte één van de daders was. Bovendien voldeed de verdachte niet aan een voldoende onderscheidend signalement van de daders, zoals dat uit getuigenverklaringen naar voren kwam. Het hof concludeert dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters in tegenwoordigheid van de griffier de beslissing hebben genomen.