ECLI:NL:GHAMS:2017:1987

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017
Zaaknummer
15/870575-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen schorsing voorlopige hechtenis en recidivegevaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 12 april 2017. De rechtbank had de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst, maar het openbaar ministerie was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft in raadkamer verklaard dat hij contact heeft gehad met de officier van justitie over het instellen van dit hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn beroep.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder het voortgangsverslag van de reclassering van 2 mei 2017. In dit verslag kon de reclassering geen uitspraak doen over het recidivegevaar van de verdachte, wat volgens het hof een cruciaal punt is in deze zaak. Gezien deze omstandigheid heeft het hof besloten de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen. De beslissing van het hof is als volgt: de beschikking waarvan beroep wordt vernietigd en de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte wordt opgeheven. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de verdachte.

Uitspraak

15/870575-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
wonende te Frans Halsstraat 13, 1971 VZ IJmuiden,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 12 april 2017,voor zover houdende schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte voornoemd.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 14 april 2017.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. R.T. Poort.

De beoordeling

Gelet op de mededeling van de advocaat-generaal in raadkamer dat hij contact heeft gehad met de officier van justitie mr. D. Sarian over het instellen van dit hoger beroep, resulterend in het besluit tot instelling van het hoger beroep over te gaan, is het hof van oordeel dat het evident is dat het openbaar ministerie hoger beroep heeft ingesteld. Het beroep van de raadsman tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep wordt derhalve verworpen.
Het door het openbaar ministerie ingestelde hoger beroep heeft betrekking op de beslissing tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Dit brengt mee dat de toetsing van de aan de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende gronden niet ter beoordeling voorligt.
Met betrekking tot de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte overweegt het hof als volgt.
Het hof volgt niet het advies in het voortgangsverslag toezicht van de reclassering van 2 mei 2017, aangezien de reclassering in dat verslag aangeeft geen uitspraak te kunnen doen over de kans op recidive, hetgeen in de onderhavige zaak nu juist het klemmende punt is. Gelet hierop is het hof van oordeel dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden opgeheven.

15.870575-17

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep.
HEFT OP de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Deze beschikking is gegeven op 3 mei 2015 in raadkamer van dit hof door
mr. I.M.H. van Asperen de Boer - Delescen, voorzitter,
mrs. S. Clement en C.M. Degenaar, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 3 mei 2015,
de advocaat-generaal