ECLI:NL:GHAMS:2017:1997
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- I.M.H. van Asperen de Boer - Delescen
- S. Clement
- C.M. Degenaar
- Rechtspraak.nl
Opheffing voorlopige hechtenis in hoger beroep na veroordeling tot gevangenisstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2017 in raadkamer uitspraak gedaan over de voorlopige hechtenis van de verdachte, die eerder op 31 maart 2017 door de politierechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken. De verdachte, geboren in 1995 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was op dat moment gedetineerd in het huis van bewaring Ter Peel te Evertsoord. Tegen de beschikking van de rechtbank, die de gevangenneming van de verdachte beval, is op 3 april 2017 hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft de stukken van de zaak bestudeerd en de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. A.J.M. Bommer, gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de voorlopige hechtenis van de verdachte op dat moment nog steeds van toepassing was, maar dat er redenen waren om deze op te heffen. Het hof oordeelde dat het hoger beroep tegen het bevel tot gevangenneming in raadkamer behandeld moest worden, en dat het noodzakelijk was om de voorlopige hechtenis op te heffen om te voorkomen dat de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep, met betrekking tot de strafmaat, geheel illusoir zou zijn.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, met ingang van 4 mei 2017 om 12:00 uur. Deze beslissing is genomen door de voorzitter, mr. I.M.H. van Asperen de Boer - Delescen, en de raadsheren mrs. S. Clement en C.M. Degenaar, in aanwezigheid van griffier mr. S.A.M. Borg. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.