ECLI:NL:GHAMS:2017:2000

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017
Zaaknummer
23/000436-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis van verdachte

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 3 mei 2017, werd een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte behandeld. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en thans verblijvende in [locatie], had op 19 april 2017 een verzoekschrift ingediend bij het hof, waarin hij vroeg om schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Dit verzoek volgde op een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 januari 2017, waar het hof ook kennis van had genomen.

Tijdens de behandeling in raadkamer op 3 mei 2017, werd de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdachte die werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N.C. Reehuis. Het hof heeft de relevante stukken en het verzoekschrift zorgvuldig bekeken en gelet op artikel 80 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof kwam tot de conclusie dat het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis moest worden afgewezen. De reden hiervoor was het ontbreken van een concreet met de reclassering afgestemd plan van aanpak, wat essentieel is voor een positieve beoordeling van een schorsingsverzoek.

De beschikking werd op dezelfde dag, 3 mei 2017, gegeven door de voorzitter mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, samen met de raadsheren mrs. S. Clement en C.M. Degenaar, in aanwezigheid van griffier mr. S.A.M. Borg. De advocaat-generaal werd belast met het ter kennis brengen van deze beschikking aan de verdachte.

Uitspraak

23/000436-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGop een verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
thans verblijvende in [locatie].

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft gezien de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 januari 2017.
Voorts heeft het hof gezien het namens de verdachte ingediende verzoekschrift strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis, dat op 19 april 2017 bij het hof is binnengekomen. Het verzoekschrift strekt tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Het hof heeft bij de behandeling in raadkamer op 3 mei 2017 gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N.C. Reehuis.
Het hof heeft gelet op artikel 80 van het Wetboek van Strafvordering.

De beoordeling

Het hof is van oordeel dat het schorsingsverzoek moet worden afgewezen bij gebreke van een concreet met de reclassering afgestemd plan van aanpak.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 3 mei 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. I.M.H. van Asperen de Boer- Delescen, voorzitter,
mrs. S. Clement en C.M. Degenaar, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 3 mei 2017,
de advocaat-generaal