ECLI:NL:GHAMS:2017:2153

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 mei 2017
Publicatiedatum
12 juni 2017
Zaaknummer
23-001667-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak valsheid in geschrifte en veroordeling voor rijden tijdens rijontzegging en te hoge snelheid

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van valsheid in geschrifte, maar werd wel veroordeeld voor het rijden tijdens een rijontzegging en voor het rijden met een te hoge snelheid. De zaak betreft twee parketnummers, waarbij de verdachte in de eerste zaak werd beschuldigd van het niet naleven van verkeersregels en in de tweede zaak van het rijden zonder rijbevoegdheid. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die op 16 april 2015 uitspraak deed. Tijdens de zitting op 10 mei 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet opzettelijk het antwoordformulier onjuist heeft ingevuld, wat leidde tot vrijspraak in de zaak met parketnummer [parketnummer 1]. In de zaak met parketnummer [parketnummer 2] heeft het hof echter geoordeeld dat de verdachte wel degelijk de verkeersregels heeft overtreden door te rijden terwijl zijn rijbevoegdheid was ontzegd. Het hof heeft de eerdere vrijspraak vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, en een geldboete van €450. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de houder van een voertuig voor de handelingen van onbekende bestuurders.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001667-15
datum uitspraak: 24 mei 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 april 2015 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers [parketnummer 2] en [parketnummer 1] tegen
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
(zaak met parketnummer [parketnummer 2] ):
hij op of omstreeks 31 december 2010 te Diemen, in elk geval in Nederland, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, De Venusschelp, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
(zaak met parketnummer [parketnummer 1] ) (gevoegd):
1:
hij in of omstreeks de periode 20 maart 2010 t/m 17 augustus 2010 te Diemen, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden gehad een vals(e) of vervalst(e) antwoordformulier van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (inzake een snelheidsovertreding met pleegdatum 20 maart 2010, gepleegd met voertuig gekentekend [parketnummer 1] ) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst;
2 primair:
een bij de ontdekking van het hierna omschreven strafbaar feit onbekend gebleven bestuurder van een motorvoertuig (personenauto), gekentekend [parketnummer 1] , op of omstreeks 20 maart 2010 te Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A9, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 142 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden, terwijl verdachte toen eigenaar of houder, als bedoeld in artikel 1, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994, van dat motorvoertuig was;
2 subsidiair:
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: dat hij op of omstreeks 20 maart 2010 te Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A9, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 142 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] , onder 1

De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor het in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 1 tenlastegelegde, omdat niet bewezen kan worden verklaard dat de verdachte willens en wetens het antwoordformulier onjuist heeft ingevuld.
Het hof overweegt dat de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat zijn partner hem heeft verteld dat zijn schoonmoeder in de auto had gereden. Op basis van deze informatie, die de verdachte voor
waar had aangenomen, heeft hij het formulier ondertekend. De partner van de verdachte, mevrouw Boukarfada, heeft deze lezing van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep bevestigd. Uit het dossier kan - naar het oordeel van het hof - niet met zekerheid worden opgemaakt dat de verdachte zonder meer aan dit verhaal had moeten twijfelen. Derhalve kan niet bewezen worden dat de verdachte opzettelijk het formulier onjuist heeft ingevuld en ondertekend.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in de zaak
met parketnummer [parketnummer 1] onder 1 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bespreking van het verweer

In de zaak met parketnummer [parketnummer 2] :
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat niet bewezen kan worden dat de verdachte op de openbare weg heeft gereden, zodat de verdachte vrijgesproken dient te worden van
het ten laste gelegde. De verdachte heeft dienaangaande ter zitting verklaard dat hij de auto heeft verplaatst (alleen) op de oprijlaan, welke geen deel uitmaakt van de openbare weg maar behoort bij het perceel waar zijn woning op is gebouwd.
In het proces-verbaal van bevindingen van 25 december 2011 van verbalisant [verbalisant 1] verklaart verbalisant [verbalisant 1] dat hij zag dat de verdachte reed over de openbare weg Venusschelp, dit is de openbare weg gelegen op enkele meters afstand van en v33r (hof begrijpt: voor) de oprijlaan van het huis van de verdachte. Het hof gaat uit van de juistheid van dit op ambtseed opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, nu het geen reden heeft aan de juistheid daarvan te twijfelen. Naar het oordeel van het hof blijkt uit voornoemd proces-verbaal dat de verdachte op de openbare weg heeft gereden en niet alleen op zijn eigen oprijlaan. Dit oordeel vindt bevestiging in het door [verbalisant 2] opgemaakt proces-verbaal van misdrijf van 21 maart 2011 waarin is vastgelegd dat verdachte met de auto reed op de Venusschelp ter hoogte van het perceel 9 en verdachte desgevraagd heeft verklaard: ‘ik wist dat ik niet mocht rijden. Ik moest alleen even mijn auto verzetten’. Derhalve verwerpt het hof het door de raadsman gevoerde verweer.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
[parketnummer 2] en in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer [parketnummer 2] :
hij op 31 december 2010 te Diemen, terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, De Venusschelp, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
Zaak met parketnummer [parketnummer 1] (gevoegd):
2 primair:
een bij de ontdekking van het hierna omschreven strafbaar feit onbekend gebleven bestuurder van een motorvoertuig (personenauto), gekentekend [parketnummer 1] , op 20 maart 2010 te Ouderkerk aan de Amstel, gemeente Ouder-Amstel op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A9, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 142 kilometer per uur, terwijl verdachte toen houder, als bedoeld in artikel 1, derde lid van
de Wegenverkeerswet 1994, van dat motorvoertuig was.
Hetgeen in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] en in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep
in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] en in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair
bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Het in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Strafbaarheid van de verdachte

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep in de zaak met parketnummer [parketnummer 1]
onder 2 primair ontslag van alle rechtsvervolging bepleit omdat er sprake zou zijn van afwezigheid van alle schuld bij de verdachte.
Het hof constateert dat de verdachte op 20 maart 2010 houder was van de personenauto met kenteken [parketnummer 1] . De daadwerkelijke bestuurder die die dag heeft gereden is onbekend gebleven. Als houder dient de verdachte te weten wie er in zijn auto rijdt en hij is hiervoor verantwoordelijk. Het beroep op afwezigheid van alle schuld wordt dan ook verworpen.
Er is ook overigens geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte
ten aanzien van het in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] en in de zaak met parketnummer
[parketnummer 1] onder 2 primair bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaak
met parketnummer [parketnummer 2] en in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 1 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, alsmede voor het in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] 2 primair bewezenverklaarde tot een geldboete van € 450,- en ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen
als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft tijdens de periode dat hem bij gerechtelijk vonnis de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen was ontzegd een motorrijtuig bestuurd. Tegen plegers van misdrijven als de onderhavige dient streng te worden opgetreden teneinde te voorkomen dat de werking van rechterlijke verboden, die in dit geval in het belang van de noodzakelijke verkeersveiligheid zijn gegeven, wordt gefrustreerd. Daarnaast is door een onbekend gebleven bestuurder met de auto waar de verdachte houder van was, met een (veel) te hoge snelheid gereden. De verdachte is hiervoor verantwoordelijk, omdat hij ervoor dient te zorgen dat met het motorrijtuig geen overtredingen van de verkeersvoorschriften worden begaan.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 26 april 2017 is de verdachte meerdere malen onherroepelijk veroordeeld vanwege overtredingen van de Wegenverkeerswet.
Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden onderhavige feiten te plegen.
Alles afwegende zou het hof voor het in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] bewezenverklaarde
in beginsel zijn gekomen tot een gevangenisstraf van 4 (vier) weken, waarvan 2 (twee) weken voorwaardelijk, teneinde de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst op dergelijke wijze te handelen.
Voor het in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair bewezenverklaarde acht het hof een boete van na te melden hoogte passend en geboden. Nu onbekend is gebleven wie in de auto van de verdachte heeft gereden zal het hof de verdachte geen ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen.
Aangezien de dagvaarding op 30 maart 2012 in persoon is uitgereikt aan de verdachte en het hof heden pas arrest wijst, houdt het hof rekening met het opgetreden tijdsverloop sinds de aanvang van de procedure en de schending van de redelijke termijn. Het hof acht om die reden een strafvermindering
op zijn plaats en zal in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 4 (vier) weken.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 62 en 92 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 62 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
[parketnummer 2] en in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] en in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ten aanzien van het onder in de zaak met parketnummer [parketnummer 2] bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] onder 2 primair bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 450,00 (vierhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. S. Clement en mr. A.M. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van
mr. M.C.W. van der Voort, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 mei 2017.
mr. A.M. van Amsterdam is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen
[… 1]