ECLI:NL:GHAMS:2017:2188

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
23-003754-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis inzake winkeldiefstal uit Albert Heijn

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 oktober 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1971, was aangeklaagd voor winkeldiefstal uit een Albert Heijn. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, waarbij de verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. De advocaat-generaal had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken geëist, terwijl de raadsvrouw van de verdachte pleitte voor een gevangenisstraf van één dag en een voorwaardelijke straf voor de rest.

Het hof heeft in zijn overwegingen de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het gepleegd is, in aanmerking genomen. De verdachte had zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de diefstal, wat niet alleen schade toebrengt aan de winkel, maar ook hinder veroorzaakt. Het hof heeft ook rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat hij eerder voor soortgelijke misdrijven was veroordeeld. Gezien deze eerdere veroordelingen kon het hof niet anders dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, omdat een lichtere straf niet zou recht doen aan de ernst van het gepleegde feit.

De beslissing van het hof was om het vonnis van de politierechter te bevestigen, met inachtneming van de ernst van de situatie en de achtergrond van de verdachte. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de jongste raadsheer niet in staat was om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003754-16
datum uitspraak: 6 juni 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 oktober 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-706580-16 tegen
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof artikel 63 in aanmerking heeft genomen en de motivering van de straftoemeting vervangt door de navolgende.
De raadsvrouw heeft bepleit dat met een gevangenisstraf van één dag zou moeten worden volstaan, en dat voor het overige een geheel voorwaardelijke straf aan de verdachte zou moeten worden opgelegd.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich, samen met een ander, schuldig gemaakt aan winkeldiefstal uit de Albert Heijn. Dit is een zeer ergerlijk feit, dat naast schade vaak veel hinder veroorzaakt voor de gedupeerde winkel.
Het hof heeft kennis genomen van een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 8 mei 2017, waaruit blijkt dat hij eerder ter zake van soortgelijke misdrijven onherroepelijk is veroordeeld. Gelet op de eerdere veroordelingen kan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf thans niet worden volstaan, waarbij de door de raadsvrouw voorgestane straf bovendien onvoldoende recht zou doen aan de ernst van het door de verdachte – in vereniging met een ander – gepleegde feit.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.J.A. Duker en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van N. Hannaart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 juni 2017.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest te ondertekenen.