In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1990, was aangeklaagd voor diefstal van een accuboormachine van het merk Makita, gepleegd op 28 oktober 2015 te Zaandam, waarbij geweld is gebruikt tegen een beveiliger. De verdachte en zijn medeverdachte hebben de accuboormachine weggenomen, waarna zij door beveiligers werden aangesproken. De verdachte heeft zich hevig verzet, wat leidde tot geweld tegen de beveiligers. Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, gevolgd door geweld, met het oogmerk om de vlucht mogelijk te maken. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met een subsidiaire hechtenis van 40 dagen. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de impact op de samenleving, vooral gezien het feit dat de diefstal en het geweld plaatsvonden in het bijzijn van jonge kinderen. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten en heeft na het feit geen nieuwe strafbare feiten gepleegd. Het hof heeft de straf verlaagd ten opzichte van de eerdere uitspraak van de politierechter, maar heeft geen aanleiding gezien om een andere strafmodaliteit te kiezen.