ECLI:NL:GHAMS:2017:3080
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.F.G.H. Beckers
- C.M.J. Peters
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van gezamenlijk gezag na echtscheiding en de rol van ouders in het leven van hun kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of het gezamenlijk gezag van de ouders over hun kinderen in stand moet blijven. De vader, verzoeker in hoger beroep, was in beroep gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin het gezamenlijk gezag was beëindigd en de moeder alleen met het gezag was belast. De vader stelde dat hij een actieve rol in het leven van de kinderen wilde spelen en dat de rechtbank ten onrechte had geconcludeerd dat hij geen rol van betekenis vervulde. De moeder daarentegen betoogde dat de kinderen behoefte hadden aan duidelijkheid en structuur, en dat de communicatie tussen de ouders te wensen overliet.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders, ondanks hun conflicten, stappen in de goede richting hebben gezet door deel te nemen aan het traject 'Ouderschap Blijft'. Het hof oordeelde dat er geen onaanvaardbaar risico bestond dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders, en dat de ouders in staat waren om belangrijke beslissingen over de kinderen gezamenlijk te nemen. De vader had, ondanks zijn financiële problemen en verblijf in het buitenland, regelmatig contact met de kinderen en was betrokken bij hun opvoeding. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking vernietigd en het gezamenlijk gezag over de kinderen in stand gelaten.
De beslissing benadrukt het belang van goede communicatie tussen ouders en het belang van gezamenlijke ouderlijke verantwoordelijkheid, vooral in het belang van de kinderen. Het hof heeft de ouders aangespoord om hun communicatie te verbeteren en het traject 'Ouderschap Blijft' voort te zetten.