ECLI:NL:GHAMS:2017:3194

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2017
Publicatiedatum
7 augustus 2017
Zaaknummer
23-003193-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van belediging van een ambtenaar in functie na hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor belediging van een ambtenaar in functie, maar heeft hoger beroep ingesteld. De tenlastelegging betrof beledigende uitlatingen gericht aan een wachtmeester van de Koninklijke Marechaussee, gedaan op 30 september 2015 te Schiphol. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 juli 2017 heeft het hof de argumenten van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord.

Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte opzettelijk de beledigende woorden aan de betrokken ambtenaar heeft gericht. De verdachte heeft verklaard dat de beledigingen niet aan de wachtmeester, maar aan een andere persoon waren gericht. Gezien deze omstandigheden heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, de ambtenaar, tot schadevergoeding van € 100,00, die in eerste aanleg was toegewezen. Aangezien de verdachte niet schuldig is bevonden aan de belediging, heeft het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de kosten voor de benadeelde partij en de verdachte op elkaar verhaald.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003193-16
datum uitspraak: 7 augustus 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 18 augustus 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-220324-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
24 juli 2017.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 september 2015, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een ambtenaar, [slachtoffer 1] , wachtmeester der eerste klasse van de Koninklijke Marechaussee, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid en/of in het openbaar, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "kankeridioot" en/of "je moeder is een hoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw mist het hof de overtuiging dat de verdachte (voorwaardelijk) opzettelijk [slachtoffer 1] heeft beledigd. Het hof acht aannemelijk dat de verdachte de hem tenlastegelegde beledigingen (“kankeridioot” en “je moeder is een hoer”) niet, zoals aan hem ten laste is gelegd, aan [slachtoffer 1] , maar aan [slachtoffer 2] heeft gericht en uitsluitend heeft willen richten. Hoewel de verdachte geheel aan zijn eigen wangedrag te wijten heeft dat de verdenking op hem is gevallen, dient hij van het hem ten laste gelegde te worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 100,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. G. Oldekamp en mr. J.J.I. de Jong, in tegenwoordigheid van D.J. Herbrink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 7 augustus 2017.
Mr. R. Kuiper en mr. J.J.I. de Jong zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.