ECLI:NL:GHAMS:2017:3567
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.H.C. van Ginhoven
- F.M.D. Aardema
- P.F.E. Geerlings
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en geen strafoplegging na vernieling van goederen in instelling
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1966, was beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen en beschadigen van goederen die toebehoorden aan de instelling Mentrum. De tenlastelegging betrof incidenten die plaatsvonden op 2 november 2016, waarbij de verdachte onder andere een kopje, een deur en een stoel had beschadigd.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, maar heeft ook geconcludeerd dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 325, maar de advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf. De raadsman van de verdachte heeft gepleit voor toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, verwijzend naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn geestelijke gezondheid en de context van de vernielingen. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om geen straf of maatregel op te leggen en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de overige tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte strafbaar verklaard, maar zonder strafoplegging.