ECLI:NL:GHAMS:2017:3741
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging in hoger beroep na onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 13 december 2016. De verdachte was beschuldigd van openlijke geweldpleging, gepleegd op 10 oktober 2014 te Purmerend, waarbij hij in vereniging geweld zou hebben gepleegd tegen een slachtoffer in het Leeghwaterpark. De tenlastelegging omvatte onder andere het meermalen slaan, stompen, trappen en duwen van het slachtoffer in een nabijgelegen watermassa.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 september 2017 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die opriep tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, en de verklaringen van getuigen die belastend waren voor de verdachte. Ondanks deze belastende verklaringen oordeelde het hof dat deze onvoldoende specifiek en gelijkluidend waren om tot een veroordeling te komen.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters G. Oldekamp, R. Kuiper en S. Bek zitting hadden. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor een veroordeling in strafzaken.