In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van MDMA en een traangasbusje. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de strafoplegging aangepast. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven dagen, maar het hof heeft in plaats daarvan een taakstraf van vijftien uren opgelegd. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een hoeveelheid MDMA en een traangasbusje, wat een gevaar voor de gezondheid en veiligheid van anderen met zich meebrengt. Het hof heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf behandeld. De advocaat-generaal had gevorderd dat de vordering zou worden toegewezen, maar het hof heeft besloten om in plaats van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, een taakstraf van 120 uren op te leggen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen van de Opiumwet en het Wetboek van Strafrecht, en de vordering tot tenuitvoerlegging is in het licht van de omstandigheden van de verdachte gemitigeerd. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.