In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 maart 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1963, werd beschuldigd van winkeldiefstal van meerdere pakken ossenhaas, toebehorende aan winkelbedrijf Albert Heijn, gepleegd op 1 maart 2017 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het bewezen verklaarde als diefstal gekwalificeerd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.
De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 dagen, maar de advocaat-generaal in hoger beroep vorderde een gevangenisstraf van één dag en een taakstraf van 50 uren. De raadsvrouw pleitte voor een taakstraf van 40 uren, wijzend op de positieve veranderingen in het leven van de verdachte sinds de tenlastelegging. Het hof heeft de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn verbeterde levensomstandigheden en de samenwerking met de reclassering.
Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één dag, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 40 uren, die kan worden omgezet in 20 dagen hechtenis indien niet naar behoren verricht. Daarnaast heeft het hof de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere vonnissen afgewezen en de proeftijd van een eerder vonnis verlengd. De beslissing is genomen na zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak.