ECLI:NL:GHAMS:2017:4151
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- S. Clement
- A.M. van Amsterdam
- M. Gonggrijp-van Mourik
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen vervangende hechtenis na niet-nakoming van taakstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 maart 2017 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend door een veroordeelde tegen de vervangende hechtenis van 30 dagen. De vervangende hechtenis was opgelegd omdat de veroordeelde zijn taakstraf van 60 uren niet naar behoren had uitgevoerd. De veroordeelde, geboren in 1968 en bijgestaan door zijn advocaat mr. H. Polat, had niet voldaan aan de eisen van de reclassering, wat leidde tot de beëindiging van de tenuitvoerlegging van zijn werkstraf. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de veroordeelde te laat was gekomen bij de reclassering en in sommige gevallen niet was verschenen, omdat hij andere prioriteiten had vanuit zijn bedrijf.
De advocaat-generaal concludeerde tot gegrondverklaring van het bezwaarschrift, en het hof nam in overweging dat de veroordeelde recent vader was geworden en dat zijn dakdekkersbedrijf mogelijk failliet zou gaan als hij 30 dagen in hechtenis zou moeten verblijven. Het hof oordeelde dat de veroordeelde inmiddels doordrongen leek van de noodzaak om zich aan rechterlijke uitspraken te houden en tijdig bij de reclassering te verschijnen. Gezien deze omstandigheden besloot het hof het bezwaarschrift gegrond te verklaren.
De beslissing houdt in dat de vervangende hechtenis niet wordt uitgevoerd, maar dat de veroordeelde de taakstraf van 60 uren alsnog moet verrichten binnen zes maanden. De dag die de veroordeelde in hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de uit te voeren werkstraf, waarbij voor elke dag in vervangende hechtenis twee uur in mindering wordt gebracht. De uitspraak werd gedaan door de rechters S. Clement, A.M. van Amsterdam en M. Gonggrijp-van Mourik, met mr. A.N. Biersteker als griffier.