In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 22 mei 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1979 en dakloos, had op 6 april 2017 om 19:05 uur in Amsterdam opzettelijk niet voldaan aan een bevel van de burgemeester om zich uit een overlastgebied te verwijderen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening bevatte en niet de volledige procedure volgde. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft hem vrijgesproken van andere tenlasteleggingen.
De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten, en het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk niet had voldaan aan het bevel van de burgemeester. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een week, maar het hof oordeelde dat deze straf niet passend was gezien de omstandigheden van de verdachte, die geen vaste inkomsten had en eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. Het hof besloot tot een gevangenisstraf van twee weken, waarbij het de ernst van de overtreding en de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging nam. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 63 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.