ECLI:NL:GHAMS:2017:4623

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2017
Publicatiedatum
13 november 2017
Zaaknummer
23-003784-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na verkeersongeval zonder schade

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was betrokken bij een verkeersongeval op 3 februari 2015 in Amsterdam, waarbij hij de plaats van het ongeval had verlaten. De aangeefster verklaarde dat de door de verdachte bestuurde auto haar auto raakte, maar dat er geen echte schade was. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 9 juni 2017 heeft de aangeefster haar verklaring herzien, waarbij zij aangaf dat de schade aan haar auto beperkt was tot het omklappen van de buitenspiegel.

De advocaat-generaal vorderde dat de verdachte zou worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd. Echter, het hof oordeelde dat niet met de vereiste mate van zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte schade aan een ander had toegebracht. Aangezien er geen letsel was ontstaan en de schade minimaal was, heeft het hof besloten de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door te verklaren dat niet bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters J.H.C. van Ginhoven, M. Iedema en S. Bek, en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2017.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003784-16
datum uitspraak: 23 juni 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 oktober 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-179863-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres 1],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zwaag te Zwaag.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 juni 2017.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Amsterdam op/aan de [adres 2], op of omstreeks 3 februari 2015, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel en/of schade was toegebracht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Nu de aangeefster, anders dan in de aangifte, bij haar verhoor ten overstaan van de raadsheer-commissaris van 4 april 2017 heeft verklaard dat de door de verdachte bestuurde auto haar auto raakte waarbij de (buiten)spiegel van de door haar bestuurde auto alleen een stukje was omgeklapt, maar dat er geen echte schade was, is naar het oordeel van het hof niet met de voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vast komen te staan dat er door het handelen van de verdachte schade aan een ander is toegebracht. Omdat het handelen van de verdachte evenmin tot enig letsel heeft geleid, dient de verdachte van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.H.C. van Ginhoven, mr. M. Iedema en mr. S. Bek, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 juni 2017.
[...]