ECLI:NL:GHAMS:2017:5210
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- F.M.D. Aardema
- A.M. van Amsterdam
- M.J.A. Duker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake mishandeling met beroep op noodweer
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 25 november 2016 was gewezen. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was in een forensisch psychiatrisch centrum, was in eerste aanleg veroordeeld voor mishandeling van een slachtoffer op 15 juli 2016 in Haarlem. De tenlastelegging omvatte het slaan en duwen van het slachtoffer, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 november 2017 heeft de raadsvrouw van de verdachte aangevoerd dat de verdachte handelde uit noodweer, zoals bedoeld in artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen en vastgesteld dat er sprake was van een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding. De verdachte bevond zich in een situatie waarin hij niet kon worden gevergd om zich aan de aanranding te onttrekken.
Het hof oordeelde dat de klap die de verdachte uitdeelde niet in onredelijke verhouding stond tot de ernst van de aanranding. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend bewezen worden dat de verdachte opzettelijk had mishandeld. Het hof sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.
Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard. Het hof verklaarde de benadeelde partij ook in hoger beroep niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de mishandeling.