ECLI:NL:GHAMS:2017:5598

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2017
Publicatiedatum
10 april 2018
Zaaknummer
23-001263-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor opzettelijk aanwezig hebben van verdovende middelen in woning na doorzoeking op verkeerd adres

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1958, was aangeklaagd voor het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 278,5 gram cocaïne in haar woning. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 10 december 2014 in Vinkeveen. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, die eerder had geoordeeld dat de verdachte schuldig was aan de tenlastelegging. Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 augustus 2017 heeft de advocaat-generaal een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand geëist.

Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De verdachte was ingeschreven op een ander adres dan waar de doorzoeking had plaatsgevonden, en zij heeft steeds verklaard dat zij op dat adres woonde. De doorzoeking, waarbij de verdovende middelen zijn aangetroffen, vond plaats op een ander adres dan dat van de verdachte. Dit leidde het hof tot de conclusie dat de verdachte niet kan worden veroordeeld voor het aanwezig hebben van de verdovende middelen, omdat niet bewezen kan worden dat deze in haar woning zijn aangetroffen.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 14 september 2017.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001263-16
datum uitspraak: 14 september 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 30 maart 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-659380-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1958,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
31 augustus 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 10 december 2014 te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 278,5 gram cocaine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd voor de duur van 2 jaren.

Vrijspraak

Het hof is met de raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat zij hiervan moet worden vrijgesproken.
De verdachte was destijds en is nog altijd ingeschreven op het adres [adres 1] in Vinkeveen. Zij heeft steeds verklaard dat zij op dat adres woonde. Zij heeft in hoger beroep daaraan toegevoegd dat zij het pand op [nummer] niet betreedt en daar nooit heeft gewoond.
De doorzoeking waarbij de verdovende middelen zijn aangetroffen, heeft volgens het proces-verbaal van de rechter-commissaris mr. J.P. Killian van 23 december 2014 (RC-nummer 14/5157) en het door
I. Odijk opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2014 op de [adres 2] in Vinkeveen plaatsgevonden.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting benadrukt ervan uit te gaan dat de betreffende doorzoeking op de [adres 2] heeft plaatsgevonden.
Dit leidt tot de slotsom dat niet bewezen kan worden dat de verdachte in de door haar bewoonde woning aan de [adres 2] in Vinkeveen verdovende middelen voorhanden heeft gehad.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en
spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. W.M.C. Tilleman en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 september 2017.
[…]