ECLI:NL:GHAMS:2017:618

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 maart 2017
Publicatiedatum
2 maart 2017
Zaaknummer
15/872015-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis en beoordeling van vlucht- en recidivegevaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 maart 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 15 februari 2017. De rechtbank had de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst, maar de officier van justitie was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat de voorlopige hechtenis van de verdachte is gebaseerd op het vluchtgevaar, recidivegevaar en de onderzoeksgrond. Het hof is van oordeel dat, in tegenstelling tot de rechtbank, de gevaren voor herhaling en de onderzoeksgrond zich verzetten tegen schorsing van de voorlopige hechtenis. De verdachte heeft vaardigheden met computers en kan via verschillende kanalen toegang krijgen tot internet, waardoor de door de rechtbank gestelde voorwaarde niet te controleren is. De advocaat-generaal heeft overtuigend aangetoond dat de voorlopige hechtenis noodzakelijk is voor het aan de dag brengen van de waarheid.

Op basis van deze overwegingen heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven. De beslissing is genomen in raadkamer en is ter kennis gebracht van de verdachte door de advocaat-generaal.

Uitspraak

15/872015-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
wonende te [adres],
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 15 februari 2017, voor zover houdende schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte voornoemd.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 16 februari 2017, waarbij door de officier van justitie hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].

De beoordeling

Het hof stelt vast dat aan de voorlopige hechtenis van verdachte het vluchtgevaar, het recidivegevaar en de onderzoeksgrond ten grondslag liggen. Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat het gevaar voor herhaling en de onderzoeksgrond zich verzetten tegen schorsing van de voorlopige hechtenis. Gelet op de vaardigheden van de verdachte met een computer en het feit dat internettoegang via allerlei kanalen mogelijk is, is het hof van oordeel dat de door de rechtbank op dit punt gestelde voorwaarde niet te controleren is en dus niet te handhaven valt. Bij de behandeling in raadkamer heeft de advocaat-generaal aannemelijk gemaakt dat de voorlopige hechtenis redelijkerwijs noodzakelijk is voor het, anders dan door verklaringen van de verdachte, aan de dag brengen van de waarheid. Nu het onderzoeksbelang mede ten grondslag ligt aan de voorlopige hechtenis kan een schorsing daarvan ook om die reden niet aan de orde zijn. Om die redenen zal het hof de beslissing van de rechtbank vernietigen.
15/872015-16

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het hof onderworpen.
HEFT OP de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Deze beschikking is gegeven op 1 maart 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. M.L. Leenaers en Y.M.J.I Baauw - de Bruijn, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 1 maart 2017,
de advocaat-generaal