In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1980, was aangeklaagd voor mishandeling van een persoon, te weten [slachtoffer], op 20 oktober 2013 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het knepen in de keel en het slaan met een vuist tegen het gezicht van het slachtoffer, wat leidde tot letsel en pijn. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring kwam dan de politierechter. De verdediging heeft vrijspraak bepleit op basis van de onbetrouwbaarheid van getuigenverklaringen, maar het hof heeft deze verweren verworpen. Het hof achtte de verklaring van een getuige betrouwbaar, terwijl de verklaring van een andere getuige niet kon worden gebruikt voor de bewezenverklaring vanwege twijfels over de betrouwbaarheid. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte schuldig bevonden aan mishandeling en een geldboete van € 550,00 opgelegd, subsidiair 11 dagen hechtenis. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de eerdere veroordelingen van de verdachte.