Uitspraak
1.primairzij op of omstreeks 3 januari 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] (met kracht) met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in de wang, in elk geval het hoofd en/of het gezicht, heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden;
1.subsidiairzij op of omstreeks 3 januari 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (blijvend ontsierend litteken in het gezicht/de wang), heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer] met dat opzet (met kracht) met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in de wang, in elk geval het hoofd en/of het gezicht te steken en/of te prikken en/of te snijden;
1.meer subsidiairzij op of omstreeks 3 januari 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet naar voornoemde [slachtoffer] is toegegaan, waarna zij, verdachte, voornoemde [slachtoffer] (met kracht) met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in de wang, in elk geval in het hoofd en/of het gezicht heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden;
preciesgewond is geraakt aan zijn wang heeft zij niet kunnen verklaren.
1.meer subsidiairzij op 3 januari 2016 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] met kracht met een mes in de wang heeft gestoken.
gevangenisstrafvoor de duur van
123 (honderddrieëntwintig) dagen.
120 (honderdtwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.