Uitspraak
1.primairzij op of omstreeks 17 juni 2015 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
1.subsidiairzij op of omstreeks 17 juni 2015 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 1] heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit
1.primairzij op 17 juni 2015 te Uithoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [slachtoffer 1] met kracht met een klinker tegen het lichaam heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
in het geheel nietkan worden toegerekend.
gevangenisstrafvoor de duur van
69 (negenenzestig) dagen.
€ 394,00 (driehonderdvierennegentig euro) bestaande uit € 44,00 (vierenveertig euro) materiële schade en € 350,00 (driehonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 394,00 (driehonderdvierennegentig euro) bestaande uit € 44,00 (vierenveertig euro) materiële schade en € 350,00 (driehonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 200,00 (tweehonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 200,00 (tweehonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.