Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.LUCIS HOLDING B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
[website]en
[website]te huur wordt aangeboden aan toeristen voor de minimumverblijfsduur van drie nachten.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de huurovereenkomst tussen [appellante] en Lucis c.s. is ontbonden. [appellante] huurt sinds 1 april 2014 een bedrijfsruimte en daarboven gelegen woonruimte van Lucis c.s. en is beschuldigd van verboden onderverhuur. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [appellante] in strijd met artikel 7:244 BW de woonruimte meerdere keren heeft onderverhuurd, wat heeft geleid tot ontbinding van de huurovereenkomst. In hoger beroep heeft [appellante] betoogd dat zij toestemming had voor onderverhuur en dat de bewijslast bij Lucis c.s. ligt. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellante] niet in haar bewijsopdracht is geslaagd. De verklaringen van de getuigen waren niet voldoende geloofwaardig en het bewijsaanbod om getuigen opnieuw te horen werd afgewezen omdat het niet specifiek genoeg was. Het hof bekrachtigt de eerdere vonnissen en veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep.